Huisdieren en geld: Pet Monitor 2023

De jaarlijkse Pet Monitor brengt de Nederlandse huisdierensector in beeld. Uit onderzoek door Nederlandse Voedingsindustrie gezelschapsdieren (NVG) en brancheorganisatie Dibevo blijkt dat 45% van de Nederlandse huishoudens één of meer huisdieren heeft. Hierbij gaat het aantal katten aan kop, daarvan zijn er 3 miljoen in Nederland. De honden volgen met 1,8 miljoen.  

Dit jaar ligt de focus in de monitor op de uitgaven voor de geliefde maatjes. Want dat veel huisdieren inmiddels de status van maatje of gezinslid hebben, blijkt duidelijk uit de Pet Monitor.  

Waarde in het gezin

De plek die dieren innemen in het huishouden is belangrijk, bijna de helft van de ondervraagden geeft aan dat zij het huisdier als gezinslid zien. Slechts 5% geeft aan dat het dier ‘gewoon een huisdier is’. Ongeveer een derde geeft aan dat zij hun dier als hun kind zien, dit doen alleenstaanden of stellen zonder kinderen significant vaker. Nederlanders zien hun dier overigens minder vaak als een kind dan eigenaren uit andere landen, blijkt uit een vergelijking met internationaal onderzoek.  

De veranderende houding naar huisdieren laat zich ook zien in de antwoorden op stellingen. Die laten zien dat bijna twee derde van de ondervraagden hun dier mist als zij niet bij het dier zijn. Dieren gaan mee op vakantie, 45% van de respondenten houdt hier rekening mee bij het uitkiezen van een vakantie. En iets meer dan de helft van de ondervraagden (54%) viert de verjaardag van hun dier.  

Honden- en kattenmensen

Honden- en katteneigenaren laten verschillende resultaten zien als het gaat om de relatie met hun dier. Honden krijgen vaker de omschrijving van een maatje en gezinslid, terwijl katteneigenaren hun dier vaker als gezelschap zien.  

Hondenbezitters hebben vaker het idee dat het dier hen begrijpt dan katteneigenaren, namelijk 69% ten opzichte van 50%. Ook is 75% van de hondenbaasjes bereid om grote veranderingen in hun leven aan te brengen als dat nodig is om hun hond bij zich te houden. Bij de katteneigenaren ligt dat percentage op 55%.  

Veel online aankopen voor het huisdier

De economische waarde van de huisdierensector groeit wereldwijd en dus ook in Nederland. Baasjes geven het meeste geld uit aan diervoeding en de dierenarts, blijkt uit onderzoek voor de Pet Monitor. Snacks staat op de derde plek, waarbij respondenten met een hond duidelijk hier meer geld aan uitgeven dan katteneigenaren.  

Nederland is voorloper als het gaat om online aankopen, 33% van de totale omzet aan huisdierenproducten wordt online gekocht. Dit percentage wordt wereldwijd voorspeld voor 2026. Vooral voeding wordt online gekocht, uit buitenlands onderzoek blijkt dat online kopen juist voor diervoeding de consument voordelen biedt. Diervoeding is zwaar en groot. Daarnaast koopt de consument vaak jarenlang hetzelfde voer, waardoor er geen behoefte is aan een winkelervaring. 

Bezuinigen op huisdieruitgaven

Nederlandse huisdiereigenaren bezuinigen ook op de uitgaven voor hun dieren. Van de respondenten geeft 16% aan te letten op de uitgaven voor hun dieren, terwijl 32% hier niet mee bezig is. De overige 52% neemt een middenpositie in. 

Eigenaren besparen het meest op benodigdheden, zoals riemen, manden en speelgoed. Daarna volgen de snacks. Ook op voeding wordt bezuinigd, maar veel minder dan eerder genoemde categorieën. Hierbij bezuinigen kattenbezitters meer dan hondenbezitters, namelijk 27% tegenover 13%. Het minst besparen Nederlanders op dierenartskosten en middelen tegen wormen, vlooien en teken.  

Prijsstijging dierenarts

Een voorlopige conclusie uit lopend onderzoek is dat de prijsstijgingen bij dierenartsen in 2022 onder het niveau blijven van de inflatie. Dit ondanks allerlei berichten in de media dat dierenartskosten enorm zijn gestegen. De inflatie bedroeg in 2022 10%, de prijs voor een dierenartsconsult is gemiddeld met 6,9% gestegen, voor een vaccinatie is dat 5,9%.  

Er is wel een kanttekening bij dit onderzoek. De cijfers komen uit een onderzoek onder tachtig praktijken van zelfstandige ondernemers, de grote ketens in de dierenartsenwereld zijn niet bevraagd. De groep ondervraagden is daarmee niet representatief voor de dierenartsenmarkt.