Waarden

In onze cultuur zijn we ons meer en meer bewust geworden dat een dier niet alleen maar een gebruikswaarde heeft maar ook een intrinsieke waarde. Dat wil zeggen een eigen waarde afgezien van een mogelijk nut voor de mens. Dat besef is uiteindelijk in vele Europese landen vertaald in beleid.

In Nederland is de intrinsieke waarde van het dier in 1981 tot uitgangspunt van beleid gemaakt. De erkenning is nu ook opgenomen in de Wet dieren (2013). De erkenning van de intrinsieke waarde betekent dat deze waarde uitdrukkelijk in de omgang met dieren moet worden betrokken: het belang van het dier wordt inzichtelijk gemaakt en wordt afgewogen tegen andere relevante belangen.

Het begrip intrinsieke waarde wordt op twee verschillende manieren onderbouwd:

  • Veel dieren hebben een vergelijkbaar centraal zenuwstelsel als de mens, en kunnen daarom op een vergelijkbare manier pijn voelen. Wie kan lijden kan ook in zijn of haar belangen geschaad worden. Dit betekent dat wanneer dieren leed kunnen ervaren, we dit net als bij mensen moeten zien te vermijden;
  • Een andere onderbouwing van het begrip intrinsieke waarde is gebaseerd op het respect voor dieren. Elke handeling die je met dieren doet, moet uitgaan van respect. Het dier verdient respect omdat het bepaalde denkvermogens heeft, zoals bewustzijn of leervermogen, of doelgericht gedrag vertoont.

In de discussies over dierenwelzijn speelt ook behoud van integriteit een belangrijk rol. Ook als dieren niet lijden of als het mogelijk is om dat leed tot een minimum te beperken, blijven er vragen. Het gaat dan om vragen over respect en integriteit. Integriteit verwijst naar de heelheid en gaafheid van een dier en is gerelateerd aan het soortspecifiek en zelfstandig kunnen functioneren van een dier. Er wordt ook wel gesproken van de eigenheid van het dier. Het begrip staat los van de vraag of het welzijn of de gezondheid van het dier ook werkelijk in het geding is. Respect voor de integriteit van een dier betekent bijvoorbeeld dat we een dier in een omgeving laten leven waarin het normaal kan functioneren, in overeenstemming met zijn eigen natuur. Als we dieren aan de omgeving aanpassen - en daarmee aan onze wensen - dan schenden we in feite de integriteit van het dier.