Nieuws

Beheermaatregelen voor insecten gemeente Ede

Samenvatting
  • Onderwerp
    Dierenwelzijn, Biodiversiteit, Insecten
Bekijk de bronnen
Gemeente Ede streeft na de biodiversiteit te behouden, herstellen en versterken. Insecten zijn daar een cruciaal onderdeel van. In een rapport worden verschillende maatregelen voor de korte en lange termijn beschreven ter bevordering van de insectenstand in de gemeente.

Het rapport Insectenbevorderende maatregelen in het kader van het ‘Programma Biodiversiteit’ van de gemeente Ede is uitgegeven door het EIS Kenniscentrum Insecten in opdracht van de gemeente Ede. In het rapport worden maatregelen voor de korte en lange termijn geformuleerd voor verschillende biotopen: bos, heide, agrarisch en stedelijk gebied. Ook zijn er vier casussen uitgewerkt met maatregelen voor specifieke insectensoorten.

Heide en bos

Voor het heidegebied is landschapsbenadering voor lange termijn nodig om stikstofdepositie, en daarmee verzuring van het gebied, tegen te gaan. Verzuring leidt tot verandering van flora, wat grote invloed kan hebben op insecten als de zadelsprinkhaan, pluimzakdrager en het heidedraaigatje, zo wordt benadrukt.

De gemeente zou puntbronnen van stikstof nabij heidegebieden aan kunnen pakken of een gescheperde kudde schapen in kunnen zetten voor duurzaam beheer. Op korte termijn kunnen maatregelen als drukbegrazing of kleinschalig beheer met het branden en maaien van vegetatie een oplossing kunnen bieden, aldus het rapport.

Voor bosrijke gebieden zijn mogelijke maatregelen het uitfaseren van exoten in de voor oogst gebruikte bossen, het laten liggen van dood hout en gebruik van permanente dunningspaden om bodemverdichting te voorkomen.

Stedelijk en agrarisch gebied

Voor stedelijk gebied wordt er onder andere geadviseerd om in te zetten op vergroening van openbare ruimtes, aansporen van ontwikkeling van groene daken, het aanplanten van voorjaarsbloeiers en de aanleg van steilrandjes op zanderige gebieden voor bijen en wespen.

Voor het agrarisch gebied benadrukken de opstellers van het rapport onder andere het belang van het verminderen van het gebruik van gifstoffen, het verminderen van bodemverstoring en de mogelijkheden die agroforestry biedt om insectenstanden te bevorderen.

Vliegend hert

Tot slot wordt in het rapport nog extra aandacht besteed aan 4 specifieke casussen: bijen in de bebouwde kom, steilranden op de heide, doodhoutfauna en rode bosmieren en satermieren.

Zo wordt er binnen de casus doodhoutfauna van het rapport specifiek ingegaan op maatregelen om de aanwezigheid van het vliegend hert in de gemeente te bevorderen. Waarborgen van het biotoopnetwerk van de zomereik en het verhogen van het kwijnend en dood (eiken)hout kan een oplossing bieden, aldus het rapport.

Bron foto: Cindy Kuiphuis via Wikimedia Commons

Publicaties

(3)