Column

Hekken

Samenvatting
  • Onderwerp
    Dierethiek, wilde dieren, Oostvaardersplassen
Bekijk de bronnen
De boswachter van de Oostvaardersplassen probeerde me gerust te stellen. Ik had hem gemaild omdat ik vragen had over de dieren in de Oostvaardersplassen.

Want ik had twijfels over het welzijn van de dieren. Ik was er immers weer eens met de trein langsgereden. In een coupé met goddank airco want buiten was het gloeiend heet. Ik had door het coupéraampje naar de kale vlakte gestaard. Met de kaalgevreten bomen en op het eerste oog nauwelijks enige vorm van beschutting tegen de brandende zon. Dus ging er later een mailtje naar de boswachter van de Oostvaardersplassen en na niet al te lange tijd kwam er antwoord. "De dieren die in de Oostvaardersplassen rondlopen zijn geschikt voor een gebied als dit," mailde hij. En dat er aan bomen wordt geknaagd is niet door gebrek aan voedsel. In de winter is er behoefte aan vezels, en dat is de reden van die kaalgevreten bomen, dat is de natuur. Warm weer is voor de dieren geen probleem, schreef de boswachter verder. "Zij zoeken dan graag de poelen op waar zij verkoeling kunnen vinden. Op termijn zal het landschap onder de natuurlijke ontwikkeling waarschijnlijk meer gesloten worden. Ook wordt er aan gewerkt om meer bosgebieden aan te sluiten op het totale gebied. Zo komt er dus meer beschutting beschikbaar. Oorspronkelijk was het Nederlandse landschap hoogstwaarschijnlijk half open tot open van karakter. Deze dieren zijn dus van nature aan dit landschap gewend."

Aldus de boswachter die het ongetwijfeld goed bedoelt en het allerbeste met de dieren voorheeft. Want: "In de zomer en najaar zijn de dieren volop bezig met het opslaan van vetvoorraden voor de komende winterperiode. Mits een dier voldoende vet heeft opgeslagen, komt het de winter goed door. De dieren worden, zeker gedurende de winter, dagelijks zoveel mogelijk beoordeeld. Mocht een dier niet voldoende vetreserve hebben opgebouwd, en lijkt het erop dat het de winterperiode niet zal doorkomen, dan wordt een dier al voor die tijd afgeschoten. Zodoende wordt zoveel als mogelijk is voorkomen dat dieren een onaangenaam einde hebben, en wordt er voor gezorgd dat het een snel einde is. Er wordt dus nadrukkelijk zeker voor de dieren gezorgd."

Het is maar hoe je het bekijkt. Zeker, een dier hoeft niet meer te creperen van de honger. Een genadeschot is zo gepiept. Toch zal er vast nog wel honger worden geleden in strenge winters, vooral door dieren met weinig vetreserves. In vroeger tijden trokken de dieren dan waarschijnlijk verder naar gebieden met wat meer voedsel. Maar het gebied van nu is een nabootsing van het landschap van duizenden jaren geleden. En in die nabootsing zijn dieren uitgezet die de pech hebben dat er nogal veel mensen om hun gebied heen wonen. In karige tijden verder trekken naar gebieden met wat meer voedsel kan dus niet. Want een gebied met meer moerassen, veel meer bos, veel meer beschutting tegen een ijskoude wind of brandende zon is er niet. Hoe anders moet het vroeger zijn geweest. Toen de bevolking niet zo hard groeide en er daardoor veel meer ruimte was voor dieren en er zélfs geen hekken waren. Misschien wordt het in de toekomst beter, als zoals de boswachter zegt, er meer begroeiing, beschutting en ruimte zal zijn. Maar die hekken, die zullen nodig blijven. Helaas.

(Bron foto: Pixabay)