Nieuws

Het gebruik van antibiotica in de veehouderij in 2016

Eind mei heeft de Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa). haar rapport over het gebruik van antibiotica bij landbouwhuisdieren over 2016 gepubliceerd. Eind 2016 is op basis van de verkoopcijfers een totale daling van het antibioticumgebruik van 64,4% gerealiseerd ten opzichte van het referentiejaar 2009.

Met deze rapportage maakt het SDa-expertpanel het antibioticumgebruik van de Nederlandse dierhouderijen voor het zesde achtereenvolgende jaar inzichtelijk.

Metingen antibioticagebruik

Het antibioticagebruik wordt gemeten in dierdagdoseringen per kilo dier. Er wordt gekeken naar de jaarlijkse verstrekking van hoeveelheden antibiotica die nodig zijn om een dier één dag te behandelen. De totale verstrekkingen worden gedeeld door het aantal kilo’s dier in dat jaar. Dat getal wordt vergeleken met de dierdagdoseringen in voorgaande jaren. Over 2016 is op basis van de dierdagdoseringen een daling te zien in antibioticumgebruik in de vleeskuikensector (-30,1%), de kalkoensector (-26,5%), de kalversector (-5,3%) en de varkenssector (-1,9%). Een lichte stijging (+1,1%) van het antibioticumgebruik is waarneembaar in de rundveesector. Tegen de achtergrond van het lage gebruik, wordt deze geringe stijging door het expertpanel als natuurlijke variatie gezien. De SDa heeft voor de gemonitorde diersectoren benchmarkwaarden vastgesteld. Op grond van deze waarden wordt het antibioticumgebruik op bedrijven ingedeeld in streef-, signalerings- en actiegebied.

Antibioticagebruik in konijnenhouderij hoog

Dit jaar worden voor het eerst de resultaten van monitoring van het antibioticumgebruik bij konijnen gehouden voor de voedselproductie gerapporteerd. Wel zijn er cijfers bekend van antibioticabegbruik in 2011 en 2012: bij bedrijven die zich vrijwillig hadden aangemeld werden zeer hoge gebruiksniveau’s geregistreerd die opliepen tot 300 dierdagdoseringen per dierjaar. Dat betekent dat op een bedrijf alle dieren gemiddeld tien maanden in het jaar behandeld zijn. Het gemiddelde niveau wat nu is gezien bedraagt 40,9 dierdagdoseringen per dierjaar. Dit is nog steeds hoog, maar is een aanzienlijke daling in gebruik over de afgelopen periode. Komende jaren wordt gemonitord of deze dalende trend zich verder voortzet en zullen afspraken over benchmarkwaarden worden gemaakt. Aandachtspunt moet naast een reductie in het algehele gebruik, een reductie in het gebruik van tweede keuze antibiotica zijn. Derde keuze antibiotica worden in de konijnensector amper gebruikt.

Kritische Succesfactor (KSF)-studies

Eind vorig jaar zijn in drie diersectoren (kalveren, pluimvee, varkens) de zogenaamde ‘Kritische Succesfactor (KSF)’-studies van start gegaan. Deze studies hebben als doel te onderzoeken wat de kenmerken van bedrijven zijn die in de afgelopen jaren een systematisch laag gebruik lieten zien. De verwachting is dat met de verkregen inzichten, bedrijven met een hoog gebruik hun voordeel kunnen doen. Dit is een uniek project waar de nodige verwachtingen over bestaan. Ook onder dierenartsen is een dergelijk onderzoek van start gegaan. De informatie uit deze KSF-studies komen in de loop van dit jaar beschikbaar en het expertpanel zal deze informatie meewegen bij de herziening van de benchmarkwaarden.

(Bron foto: SDa_Frequentieverdeling dierdagdoseringen vleeskuikenbedrijven 2016)