Nieuws

Inventarisatie zoönosen bij paarden

De omgang met paarden levert voor mensen in het algemeen weinig risico's op voor het oplopen van ziektes (zoönosen). Enkele ziekteverwekkers vormen mogelijk wel een risico, blijkt uit recente onderzoeken.

Zoönosen

Zoönosen zijn ziekten die zowel mens als dier treffen en waarbij de ziekteverwekker overgedragen kan worden van besmette dieren op mensen. Besmetting kan plaatsvinden via de lucht, door direct contact met dieren, maar ook via ons voedsel. Maar liefst 75% van de bij mensen emerging (opkomende) infectieziekten is van zoönotische aard. Zoönosen zijn in Nederland vaak geassocieerd met de (intensieve) veehouderij. Actuele voorbeelden hiervan zijn aviaire influenza bij pluimvee, MRSA bij varkens en vleeskalveren en Q-koorts bij geiten. Wereldwijd blijkt echter dat wilde dieren (wildlife) een belangrijke bron van (opkomende) zoönosen zijn.

Contact tussen paarden en mensen

In Nederland is op grote schaal intensief contact tussen mensen en paarden. Paarden en pony’s worden tegenwoordig ingezet in een grote verscheidenheid van gebruik. Naast de traditionele inzet van paarden voor recreatie, sport en fokkerij, worden er ook steeds meer paarden ingezet in zorgsituaties, coaching en therapie. Hierbij is het contact tussen paard en mens soms eenmalig, soms frequent gedurende een behandeling. Maar de intensiteit van het contact met paarden kan heel intensief zijn met veel fysiek contact. Voorbeelden daarvan zijn het inzetten van paarden op zorgboerderijen waarbij het lichamelijk contact hebben met paarden een belangrijk onderdeel uitmaakt van de behandeling. Er was tot op heden bijna geen informatie beschikbaar over mogelijke risico's die dit intensieve contact met zich meebrengt.

Risicobeoordeling ziekteverwekkers

Uit recent onderzoek van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) en het Central Veterinary Institute (CVI) blijkt dat de meeste ziekteverwekkers een laag risico vormen voor overdracht via paarden. Enkele ziekteverwekkers vormen mogelijk wel een risico:

  • Coxiella burnetti (Q-koorts) en Borna virus (een verre variant van hondsdolheid) vormen een mogelijk hoog risico;
  • Parascaris equorum (worminfectie), Pasteurella multocida (een bacterie die tal van infecties kan veroorzaken), Clostridium difficile (bacterie die darminfecties veroorzaakt) en Rhodococcus equi (longontsteking) vormen mogelijk een middelmatig risico;
  • Het risico van Streptococcus equi subsp zooepidemicus (tast de luchtwegen en de blaas aan) wordt voor de mens momenteel laag ingeschat, maar dit is mogelijk een opkomende zoönose;
  • Mensen die vers (onvoldoende verhit) paardenvlees consumeren lopen risico met een zoönose te worden besmet, waarbij Toxoplasma gondii de belangrijkste is, gevolgd door Trichinella en Salmonella.

Op de website van het RIVM www.ziekdoordier.nl is een lijst met alle zoonosen opgenomen, inclusief een beschrijving van de verschijnselen bij mens en dier, de wijze van overdracht en preventieve maatregelen.


(Bron foto: Shutterstock)

Links

(2)