Nieuws

Positieve ervaringen met intacte snavels bij moederdieren vleeskuikens

Per 1 september 2018 wordt het behandelen van de snavels verboden bij alle kippen en kalkoenen. Dit hoeft niet tot problemen te leiden, althans niet bij vleeskuikenouderdieren zonder snavelbehandeling, zo blijkt uit onderzoek in de praktijk.

Verbod op snavelbehandelen

In Nederland is het gebruikelijk dat vleeskuikenmoederdieren aan de snavel worden behandeld. Tot 1 september 2011 gebeurde dit op 3-4 dagen leeftijd van de dieren. Vanaf 1 september 2011 is het in het kader van het Ingrepenbesluit niet meer toegestaan om de kuikens op die leeftijd te behandelen. De snavels van de kuikens moeten vanaf die datum op de broederij met IR (=infrarood) worden behandeld. In juli 2011 heeft het Ministerie van EL&I (nu: EZ) besloten om de Vrijstelling van het Ingrepenbesluit met 10 jaar te verlengen tot 1 september 2021. Het uitstel op het verbod op ingrepen is verleend mits in de tussentijd inspanningen worden verricht om tot een houderij van pluimvee zonder ingrepen te komen. Echter, naar aanleiding van de Motie Ouwehand heeft EZ voorgesteld de ingrepen bij pluimvee versneld uit te faseren. Met ingang van 1 september 2018 zou het behandelen van de snavels bij alle kippen en kalkoenen verboden worden.

Inspiratie uit de praktijk

In 2011 is door een delegatie van vermeerderaars, een onderzoeker en de Stuurgroep Ingrepen Pluimvee een bezoek gebracht aan Polen en het Verenigd Koninkrijk, waar veel ervaring is met vleeskuikenmoederdieren waarvan de snavels niet zijn behandeld. In Polen worden de snavels van zowel de hanen als de hennen niet behandeld. Naar aanleiding van deze excursie heeft één van de deelnemers, vermeerderaar Twan Engelen uit Someren, besloten om een deel van zijn koppels ouderdieren zonder snavelbehandeling te houden. Tijdens de excursie had hij gezien dat dat het weglaten van de snavelbehandeling niet tot meer uitval en beschadigingen, en lagere productie leidde. Op verzoek van de Stuurgroep Ingrepen Pluimvee, heeft Wageningen UR Livestock Research deze koppels vervolgens gedurende een volledige ronde (opfok en leg) gevolgd.

Niet behandelen positief

De opfok van de hennen vond plaats op één bedrijf, waar in twee stallen onbehandelde moederdieren werden gehouden en in twee stallen behandelde moederdieren. Voor de legperiode zijn de hennen overgeplaatst naar twee vermeerderingsbedrijven. Op ieder vermeerderingsbedrijf werden de hennen verdeeld over drie stallen, met op het ene bedrijf de behandelde hennen, op het andere bedrijf de onbehandelde hennen. De hanen waren behandeld aan de snavel en de tenen. Er werden geen grote verschillen in gedrag en beschadigingen waargenomen die een mogelijk risico aanduidden voor het welzijn. De resultaten in de opfokperiode wezen zelfs op een positief effect van het niet behandelen van de hennen: de uniformiteit was beter en er was minder uitval. Onbehandelde hennen starten waarschijnlijk beter op dan hennen die op de broederij aan de snavel zijn behandeld

Meer ervaringen nodig

Op basis van de resultaten van dit onderzoek lijkt het wenselijk het aantal koppels niet-behandelde vleeskuikenmoederdieren uit te breiden in de praktijk. Met de gehanteerde proefopzet was het niet uitgesloten dat verschillen in resultaten ook voortkomen uit verschillen in management op de bedrijven. Daarom zijn ervaringen met meer koppels nodig om uit te wijzen of negatieve effecten op het welzijn van moederdieren uitblijven bij het weglaten van de snavelbehandeling.


(Bron foto: Wageningen UR Livestock Research)