Nieuws

Rechtshof: Wet verbod pelsdierhouderij rechtsgeldig

Het gerechtshof Den Haag heeft vandaag bepaald dat de Wet verbod pelsdierhouderij rechtsgeldig is. De rechtbank had eerder dit jaar geoordeeld dat deze wet ongeldig was.

Wet verbod pelsdierhouderij

De Eerste Kamer heeft eind 2012 ingestemd met een verbod op de pelsdierhouderij in Nederland. De ā€˜Wet verbod pelsdierhouderijā€™ is vervolgens op 15 januari 2013 in werking getreden. Op grond van deze wet is het verboden pelsdieren (zoals nertsen) te houden of te doden voor de productie van bont. De reden voor deze wet is dat de wetgever het ethisch niet verdedigbaar vindt dat dieren worden gedood voor een luxeproduct als bont. In de wet is bepaald dat het verbod voor bestaande nertsenhouders pas met ingang van 1 januari 2024 geldt. Bestaande nertsenhouders mogen hun bedrijven dus tot die datum voortzetten. Daarna moeten ook zij stoppen. Deze overgangstermijn is bedoeld om nertsenhouders de gelegenheid te geven door hen gedane investeringen terug te verdienen.

Verbod onrechtmatig?

De Nederlandse Federatie van Edelpelsdierenhouders (NFE) en een aantal individuele nertsenhouders zijn een procedure begonnen tegen de invoering van de wet. Zij zijn van mening dat het verbod onrechtmatig is, omdat er onvoldoende rekening wordt gehouden met hun belangen. Ze maken met name bezwaar tegen het feit dat zij moeten stoppen met hun winstgevende bedrijven en daarvoor geen schadevergoeding krijgen. De rechtbank heeft eerder dit jaar de nertsenhouders in het gelijk gesteld en de wet buiten werking gesteld. De rechtbank vond dat de wet in strijd was met artikel 1 Eerste Protocol bij het Europese Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens, dat de eigendom van burgers beschermt.

Arrest gerechtshof

Het ministerie van Economische Zaken is namens de Staat in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank. Het gerechtshof heeft de Staat vandaag in het gelijk gesteld. Daarbij weegt zwaar dat het eigendomsrecht niet ziet op mogelijk toekomstig inkomen. Verder heeft de wetgever volgens het hof voldoende rekening gehouden met de belangen van de nertsenhouders. Er is immers een overgangsperiode van bijna 11 jaar getroffen. Tijdens die overgangsperiode kunnen de nertsenhouders hun ondernemingen voortzetten en winst maken. Daarmee kunnen zij de nadelige gevolgen van de wet voor een deel opvangen. Bovendien konden de nertsenhouders er al langere tijd rekening mee houden dat het houden van nertsen zou worden verboden. Over een dergelijk verbod wordt sinds 1999 in de Tweede Kamer gesproken. "Het kan de nertsenhouders niet zijn ontgaan dat de productie van bont binnen brede lagen van de maatschappij weerstand oproept", aldus het gerechtshof. De NFE laat het er niet bij zitten, ze gaat in cassatie tegen de uitspraak van het Haagse Hof.

(Bron foto: Cheryl Reynolds_Wikimedia)