Nieuws

Advies: minder opvang nodig voor Nederlandse zeehond

De Nederlandse zeehond staat er zo goed voor dat opvang moet worden beperkt vanuit het belang van de populatie en het dierenwelzijn. Dit staat in het advies ‘Seal Rehabilitation in the Netherlands’ van de Wetenschappelijke Adviescommissie Zeehondenopvang (WAZ) aan minister Carola Schouten van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Grijze en gewone zeehond

In Nederland komen twee soorten zeehonden voor, de grijze zeehond en de gewone zeehond. De populaties van beide soorten zijn de afgelopen 40 jaar aanmerkelijk toegenomen. Na een dieptepunt van 500 exemplaren in 1980 heeft de populatie gewone zeehonden zich hersteld tot circa 9.000 in 2016. Grijze zeehonden kwamen voor 1980 feitelijk niet meer in Nederland voor, maar hebben sindsdien een opmerkelijk herstel laten zien. Het aantal exemplaren dat tijdens de rui wordt geteld, is gestegen tot circa 5.100 in 2016. Het aantal pups dat ieder jaar door beide soorten wordt geworpen, bedraagt ongeveer 20% van het aantal getelde aantal zeehonden.

Geen consensus over aanpak opvang

In Nederland zijn momenteel vijf opvangcentra voor zeehonden met een ontheffing om zieke, verweesde of gewonde exemplaren uit de Nederlandse kustwateren op te vangen. Op grond van de ontheffing moeten deze centra zich houden aan de Leidraad opvang gewone en grijze zeehonden en het bijbehorende protocol (2003). Het aantal zeehonden dat in de opvangcentra is opgenomen, is gestegen van 20 in 1980 tot 500 à 1.000 in de afgelopen jaren. Gedurende de periode 2009-2011 steeg het aantal gewone zeehonden in de opvangcentra sterk. In 2011 werden bijna 800 gewone zeehonden opgenomen. Meer dan 90% van de opgenomen zeehonden is jonger dan 1 jaar. Bijgevolg werd van alle gewone zeehonden, die in de Nederlandse kustwateren tussen 2007 en 2013 jaarlijks geboren werden, meer dan 20% van de pups in centra opgenomen, met een piek van 50% in 2011.

Ondanks de Leidraad verschillen opvangcentra in aanpak van de opvang en ontbreekt overeenstemming over hoe de bescherming en het behoud van de wilde populatie enerzijds in evenwicht kon worden gebracht met het welzijn van individuele hulpbehoevende dieren anderzijds. Om hier meer inzicht in te geven is de Wetenschappelijke Adviescommissie Zeehondenopvang (WAZ) ingesteld. De adviescommissie heeft haar werk gedaan in de periode van 1 september 2017 – 1 maart 2018.

Dierenwelzijn

Volgens de WAZ zijn er aanwijzingen dat het aantal zeehonden tegen het maximum aan zit. Deze situatie vraagt om een andere aanpak van de zeehondenopvang en om een nieuw opvangprotocol. Vanuit de huidige populatie-omvang is opvang niet nodig en kan opvang zelfs negatieve effecten hebben op de gezondheid van de populatie. Om dit te voorkomen adviseert de WAZ niet meer dan 5% van de jaarlijks geboren zeehonden op te nemen. In de afgelopen 10 jaar is jaarlijks tussen de 20 en 50% van deze jonge zeehonden opgenomen. Opvang van zeehonden vanuit individueel dierenwelzijn blijft mogelijk, maar dan moet het wel zeker zijn dat een zeehond echt hulp nodig heeft. De WAZ stelt dat onnodige opvang van zeehonden, ook vanuit individueel dierenwelzijn, voorkomen moet worden.

Zeehondenwacht

De WAZ adviseert om de observatieperiode voor gestrande zeehonden te verlengen. Vaak gaat het om pups die tijdelijk alleen zijn gelaten zodat de moeder kan jagen naar voedsel. Ook kan het gaan om zieke dieren die na een rustperiode zichzelf kunnen redden. In het protocol van 2003 is een observatieperiode van 2 uur opgenomen. Dit moet verlengd worden naar 24 uur zodat zeehondenpups in staat worden gesteld om hun moeder terug te vinden. Zieke zeehonden krijgen op deze manier de tijd om rustig te herstellen en op eigen kracht weer naar zee te vertrekken. Deze aanbevelingen moeten leiden tot minder onnodige opvang van zeehonden.

In de praktijk is het vaak lastig om te beoordelen of een gestrande zeehond met rust gelaten moet worden of daadwerkelijk hulp nodig heeft. De WAZ adviseert daarom om de aanpak op stranden te professionaliseren door middel van Zeehondenwachters. Dit zijn beter getrainde en geteste professionals die voortaan als enigen mogen beslissen om een zeehond op te nemen in een opvangcentrum. Daartoe moeten zij ook extra lokale bevoegdheden krijgen. Bijvoorbeeld om een zeehond onder observatie te nemen of om een stuk strand tijdelijk af te sluiten.

Zeehondenakkoord

De WAZ stelt voor de vele partijen en overheden te verenigen in een Zeehondenakkoord. Hierin wordt het advies verder uitgewerkt en afspraken vastgelegd tussen alle partijen. Een taskforce, onder onafhankelijk voorzitterschap, moet dit akkoord voorbereiden. Minister Schouten heeft toegezegd vóór de zomer met haar reactie komen op het advies van de wetenschappelijke adviescommissie. Vóór 1 juli a.s. zal ze ook een besluit nemen over de huidige ontheffingen die op die datum aflopen.

(Bron foto: Grijze zeehond_Ecomare-Salko de Wolf_Wikimedia)